Pabostage voor bovenbouwleerlingen havo en vwo

“Na de Pabostage gaan we zeker het onderwijs in! Er is geen plan B meer”

Er is een lerarentekort en het aantal aanmeldingen voor de pabo neemt af. Voor een deel heeft dat te maken met een negatief imago. Leerlingen uit de hogere klassen havo en vwo kiezen niet meer zo snel voor het onderwijs. En anders zijn het wel de ouders die zeggen: “je gaat toch niet al dat werk doen voor zo’n salaris?!” Die beloning is inmiddels al een heel stuk beter. En als je een school binnenstapt en je ervaart zelf hoe mooi het is om les te geven, dan ontdek je misschien dat werken in het onderwijs wel iets voor jou is. Uit dit inzicht ontstond in onderwijsregio Zwolle het initiatief om leerlingen de kans te geven een onderwijsstage te lopen: acht weken lang, een halve dag per week meelopen (en meewerken!) op een PO school. In 2024 startte de pilot met vier leerlingen. Dit artikel gaat over twee van hen Gerjanne Lassche en Mauro Weverling. Zij zijn de helden van dit verhaal. Verder spraken we decaan Rufus van der Zwan en schooleider Frank van Oeffelt, die de pilot opzetten.

Wie:

  • Gerjanne Lassche, Mauro Weverling leerlingen Ichthus College Dronten
  • Frank van Oeffelt, Directeur PO
  • Rufus van der Zwan, decaan Ichthus College Dronten

Actie: Acht weken lang een halve dag per week meelopen op een PO-school. Een pabostage voor leerlingen, zodat jongeren ervaren wat het is om te erkennen in het onderwijs en weer vaker kiezen voor de pabo.

Waar: Onderwijsregio Zwolle e.o.

Versterkt: Werving, professionalisering

In de onderwijsregio gebeurt veel. We maken grote stappen, in werving, in selectie, in behoud, in begeleiding en in professionalisering. De beste initiatieven uit de praktijk delen we met alle onderwijsregio’s, zodat zij ook stappen kunnen zetten. De Pabostage voor leerlingen uit de bovenbouw van havo en vwo is daar een krachtig voorbeeld van. Omdat het een laagdrempelige manier is voor leerlingen om kennis te maken met het onderwijs. Zodat er meer leerlingen kiezen voor de PABO en dat de leerlingen die ervoor kiezen, beter weten waar ze aan beginnen. Bovendien brengen de stagiairs voor een periode in het schooljaar extra energie. En daarmee kan je bepaalde leerlingen iets meer aanbieden. Zo werken we aan werving en professionalisering.

De Pabostage als manier om meer jongeren te interesseren voor de PABO

Frank en Rufus staan aan het begin van de Pabostage. Ze waren meteen enthousiast over het idee en wilden het verder brengen. Rufus: “We hebben gekeken welke leerlingen hieraan mee zouden willen doen. Ze moesten ook echt solliciteren met een brief. Daarin beatwoorden ze de volgende vragen: Waarom wil je het, wat wil je leren en hoe ga je het organiseren?” “Dat vind ik al meteen passend voor een aankomende leerkracht”, pakt Frank het gesprek over. “Want in het onderwijs heb je geen junior en senior, als je je papiertje hebt, ben je meteen verantwoordelijk voor 25 kinderen en wordt er van jou (zo ongeveer) hetzelfde verwacht als van die collega met 25 jaar ervaring. Dat betekent dat je zelf moet plannen, dat je zelf je werk inricht. Nou dat vroegen wij van deze leerlingen ook. Zij moesten zelf de regie pakken en bijvoorbeeld kijken hoe de pabostage in hun rooster paste. Welke lessen ze konden missen en hoe ze dat zouden compenseren.” Rufus: “We vinden het logisch dat ze betaald krijgen voor het werk dat ze tijdens de stage doen.” Gerjanne, “dat is ongeveer zoveel als bij Albert Heijn”.

Voor Gerjanne en Mauro is het onderwijs ‘plan A’

We vroegen waarom Mauro en Gerjanne als een van de eersten deze kans om kennis te maken met het onderwijs pakten. Mauro: “in groep 6 van de basisschool besloot ik dat ik leraar wilde worden. Waarom? Omdat ik een juffrouw had die mij toen erg geholpen heeft. Niet alleen met school, maar ook met andere zaken. Ik dacht dat wil ik ook. Ik wil straks op mijn beurt kinderen iets leren, 1 +1 is 2 én levenslessen. Als je aan mij vraagt vind je onderwijswerk belangrijk, dan zeg ik: ik vind het niet belangrijk, ik vind het nodig. Je schooltijd is een groot deel van je jeugd. Daarom moet er iemand voor de klas staan die kinderen vooruitbrengt. Gerjanne keek als kind altijd op tegen de juf van de basisschool. “Ik dacht ik zou ook wel docente willen worden en kinderen iets willen leren. Sindsdien is dat altijd mijn plan A geweest. En dat is het nog steeds.” Op onze vraag waarom het PO en niet het VO zegt Mauro: “ik vind het lastig om om te gaan met onrespectvolle kinderen. Als ik ernaast zit kan ik er al niet tegen, laat staan als ik voor de klas sta! Bovendien zie je als kind op de basisschool je docent elke dag en krijg je veel meer een band.”

Een uitdagende pilot

Gerjanne en Mauro kregen tijdens hun stage een groep van acht leerlingen onder hun hoede. Zo maakten met deze goep een werkstuk. De leerlingen mochten zelf kiezen waarover en Mauro en Gerjanne begeleidden hen. Met het zoeken naar informatie, het werken met AI en met tips over hoe je de betrouwbaarheid van bronnen kunt beoordelen. Het lastigste was het voor hen om de kinderen aan het werk te krijgen. Mauro: “De kinderen wilden liever buitenspelen of spelletjes spelen op de computer. Mijn grootste leermoment was, dat ik moest bedenken hoe ik wat ik wilde in lijn zou krijgen met wat zij wilden. Uiteindelijk sprak ik met ze af, dat ze eerst aan het werk zouden gaan en dat ze daarna als beloning mochten buitenspelen. Nou toen begonnen ze hoor.”  “We hebben ze wel in het diepe gegooid”, zegt Frank hierover. “Maar daarvan hebben we wel geleerd. Volgend jaar doen we het meer zoals bij een stage als je op de pabo zit. Leerlingen gaan dan meelopen met de leerkracht en krijgen af en toe een groepje mee om samen een opdracht te doen. Gerjanne en Mauro vinden wel dat je het de stagairs niet te makkelijk moet maken. “Je ontdekt pas echt hoe het is op een school als je zelf kinderen aan het werk moet zetten.”

Volgend jaar weer, meer en beter!

Frank en Rufus zijn heel enthousiast over de pilot. Rufus: “leerlingen zien op deze manier in de praktijk wat werken in het onderwijs je kan brengen. Daardoor ontdek je als leerling veel beter waar je aan begint. Ik heb voor dit jaar al 17 aanmeldingen voor de Pabostage, stuk voor stuk mooie brieven. Ik zie dat het ook meer leeft in de klassen en dan vooral binnen bepaalde vriendengroepen. Dat is ook de verdienste van Mauro en Gerjanne, veel leerlingen vragen aan hen hoe het is om mee te doen. Ik zie eigenlijk geen enkele negatieve kant”. Frank: “wij gaan er zeker mee door. Er zijn genoeg scholen die mee willen doen. Al was het maar omdat we er allemaal belang bij hebben. Niet dat we er morgen al iemand mee voor de klas hebben staan, maar we mikken wel op gemotiveerde mensen voor over vijf, zes jaar. En reken maar dat we ze dan nodig hebben. Als school heb je er trouwens ook wat aan. Wat mij opvalt is dat de verschillen binnen een klas steeds groter worden. En met pabostagairs kan je bepaalde kinderen iets extra’s bieden.”

Mauro en Gerjanne gaan door (tot over een jaar of 5!)

En Gerjanne en Mauro, willen die nog steeds naar de pabo? Het is voor hen allebei nog altijd plan A. Gerjanne vertelt dat ze van zichzelf best onzeker is in het begin, maar dat ze merkte dat als ze voor zichzelf gaat staan wel overwicht krijgt. Gerjanne: “ze noemden me juf en dat vond ik wel heel grappig.” Waaraan Mauro nog toevoegt dat er nu voor hem helemaal geen plan B meer is.