Minder full time docenten, meer lessen! - Willem Eikelenboom over hybride leraren, leren op de werkvloer en schaarse expertise
Regioverhalen
“Grote lerarentekorten hebben we in het mbo nog niet. Maar dat betekent niet dat we nu geen actie hoeven te ondernemen. Wij zitten in het noorden en daar hebben we nou eenmaal te maken met demografische krimp. Bovendien is vooral in de technische beroepen kennis heel snel verouderd. Iemand die al een tijd lesgeeft, kent zelf niet meer de nieuwste technieken en de nieuwste skills. Denk bijvoorbeeld aan de robotisering in het ziekenhuis. Ik denk dat we in het mbo toegaan naar een heel andere manier van lesgeven. Veel meer op de werkvloer. Sommige bestuurders zeggen zelfs: Waarom hebben we al die grote gebouwen eigenlijk neergezet? Een vak leren doen je niet binnen de schoolmuren. Een beetje overdreven misschien, maar ik denk dat het wel een bepaalde kant opgaat. Leren in de ziekenhuizen, hotels, de maakbedrijven, van onderwijsprofessionals die studenten onderwijzen en begeleiden naast hun werk in de praktijk.”
Wie: Willem Eikelenboom, co-projectleider Onderwijsregio MBO Noord-Nederland
Kracht onderwijsregio’s: Goed onderwijs mogelijk maken voor iedereen in de regio.
Stap naar voren: Minder denken in fulltime fte’s en meer in hybride leraren, op school en op de werkvloer.
De zij-instroom is in het mbo altijd al de hoofdstroom
“Bij onze onderwijsregio zijn alleen mbo-instellingen aangesloten”, vertelt Willem. “Alleen daarom al zijn wij anders dan anderen. Het mbo heeft een heel ander type docenten. Zij- instromen is veel makkelijker, omdat bij ons docenten na een relatief korte cursus aan de slag kunnen (het PDG-traject). Wij hebben al veel meer te maken met mensen die van de werkvloer komen en een deel van hun tijd lesgeven. En dat is noodzakelijk ook, want wij bieden beroepsgericht onderwijs; niet alleen aan jongeren, maar ook aan volwassenen in het kader van leven lang ontwikkelen. Omdat er in het mbo vaker tekorten komen in specifieke beroepsgerichte expertise zijn we met het bedrijfsleven aan het verkennen hoe we hierin kunnen samenwerken. Bijvoorbeeld in een systeem waarin bedrijven specifieke kennis en vaardigheden aanbieden voor het mbo.
Hierin kan bijvoorbeeld iemand van een technisch bedrijf aangeven dat hij af en toe een paar uur les wil geven in – zeg – driepuntslassen. Dan is de drempel veel lager, want die persoon hoeft zijn leven niet helemaal om te gooien en kan toch iets van zijn kennis overbrengen. Dat past ook echt bij het mbo. Want ik hoor wel eens verhalen bij bedrijven, dan zijn collega’s het onderwijs ingegaan, maar heel snel weer teruggekomen. Ook wel omdat zo’n grote onderwijsorganisatie minder goed bij hen past. Kijk het is in een bedrijf vaak: boem, ho! En dan hoeft er echt geen reflectieverslag geschreven te worden.” Inzet van hybride onderwijsprofessionals zorgt wel weer voor nieuwe uitdagingen voor de onderwijsteams in het mbo en roept vragen op over pedagogische en didactische kwaliteiten.
Als onderwijsregio zetten we stappen voor beter onderwijs
Het mbo heeft dus minder last van lerarentekorten. Waarom dan toch die regionale samenwerking? Willem: “Wij hebben als mbo’s in dit deel van Nederland een paar gezamenlijke uitdagingen. Heel simpel gezegd, we hebben te maken met krimp en we willen toch het beste onderwijs geven, zoveel mogelijk opleidingen openhouden en een leven lang ontwikkelen. Want vergis je niet, een groot deel van onze studenten zijn mensen die zich bijscholen. En het mbo is complex ook. Er zijn in Nederland ongeveer 600 verschillende opleidingen, twee leerwegen en vier opleidingsniveaus. Dat kunnen we niet overal in de lucht houden. Dus ga je elkaar ondersteunen of opleidingen uitruilen, zodat je als regio het aanbod goed houdt. Bovendien kun je ook samen optrekken in samenwerking met het bedrijfsleven. Die opereren vaak ook regionaal. Zo zorgen we samen dat het opleidingsniveau in onze regio breed en kwalitatief goed is en blijft. Voor mij is de onderwijsregio een succes als zich nog meer organisaties aansluiten en als we verder zijn met onze plannen. Als we straks bijvoorbeeld meer hybride docenten hebben rondlopen.”
Goed onderwijs beperkt zich niet tot je eigen school
“Als je regionaal denkt ga je ook anders naar het onderwijs kijken. Volgens de Canadese hoogleraar Michael Fullan is onderwijs per definitie regionaal. Hij zegt: Ouders en kinderen wonen in een regio en zijn niet gebaat bij goede en slechte scholen. We willen allemaal het beste onderwijs en dat betekent dat als een school minder presteert we daar allemaal last van hebben. Dus moeten we er ook samen voor zorgen dat die school het weer beter gaat doen. De kracht van de onderwijsregio’s is dat je de voordelen ziet van het over je schaduw heen springen en samen plannen maken. Zo zijn wij nu bijvoorbeeld bezig met een aanpak voor talentscouting. Jonge technici en andere mbo-studenten nu al een positieve ervaring geven met het ondersteunen van de docent, zodat ze op een bepaald moment in hun loopbaan denken: nu ga ik een periode (in deeltijd) lesgeven.”
Ga het doen, daar krijg je de meeste energie van
“Als ik nog een paar dingen mag meegeven aan onderwijsregio’s, dan zeg ik pak het lerend op. Wees niet bang. Zorg voor een lerende aanpak en durf te experimenteren. En – - ik zeg het toch – geef niet te veel aandacht aan de governance. Ga het doen, daar krijg je de meeste energie van.”
Meer weblogberichten
Reactie toevoegen
U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.
Reacties
Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.